‘Geef open access meer steun’ Opiniestuk in De Morgen

14 augustus 2018

Link naar artikel:
https://www.demorgen.be/meningen/geef-open-access-meer-steun~b49ecee4e/

Gwen Franck werkt voor internationale organisaties en projecten die de kennis en vaardigheden van onderzoekers rond open access, open science en open scholarship willen vergroten.

Belgische onderzoekers betalen tot 2.500 euro om hun wetenschappelijk onderzoek te laten publiceren in dubieuze tijdschriften? Dat is een spectaculaire vaststelling, (DM 11/8) maar de situatie is uiteraard iets genuanceerder. Je kan niet alle open access tijdschriften over dezelfde kam scheren. 

Even de context schetsen: de open access beweging kwam er als reactie op een onrechtvaardig publicatiesysteem. Wetenschappers doen onderzoek, schrijven artikelen en controleren vaak ook het werk van collega’s (peerreview) terwijl ze betaald worden met publieke middelen. Wetenschappelijke uitgeverijen vergoeden onderzoekers dus niet voor deze geleverde arbeid, want dit maakt immers deel uit van de, via publieke middelen gefinancierde (!), onderzoeksopdracht. Als je als individu of als instelling dan ook nog eens moet betalen om dat werk te kunnen lezen, casht de uitgever dus drie keer – een zeer interessant business model voor de aandeelhouders van beursgenoteerde uitgevers, maar niet voor de gemiddelde lezer. De filosofie achter open access is om dit om te keren: de toegang tot het artikel is voortaan kosteloos voor iedereen, en de publicatiekosten worden op andere manieren gedekt.

BUSINESSMODEL

Publiceren met open access wil natuurlijk niet zeggen dat er helemaal geen kosten aan het publicatieproces verbonden zijn. Een manier om deze kosten te dekken is het aanrekenen van een author fee bij publicatie. Idealiter is dit honorarium in verhouding met de geleverde diensten en is de uitgever transparant over zijn businessmodel. In principe heeft het feit of een tijdschrift al dan niet open access is geen invloed op de kwaliteit ervan. In enkele gevallen, en dit zowel bij obscure ‘rooftijdschriften’ (predatory journals) als bij sommige gevestigde titels, zijn deze publicatiekosten echter onverdedigbaar hoog. Deze tijdschriften kapitaliseren op de publicatiedruk die heel veel onderzoekers ervaren – waardoor men soms de kritische zin verliest en veel te veel betaalt om een artikel gepubliceerd te krijgen. 

Naast een publicatieproces van lage kwaliteit (bijvoorbeeld door ontbrekende peerreview), strookt het open access aanbod van deze uitgevers ook vaak niet met de standaarden in de open science community. Een open access artikel is immers niet alleen gratis toegankelijk voor de lezer vanaf het moment van publicatie, het wordt ook duurzaam gearchiveerd om eeuwige toegang te verzekeren en in principe behoudt de auteur zijn of haar auteursrechten. Bovendien biedt de uitgever transparantie over het peerreviewproces en over de manier waarop de betaalde author fee wordt aangewend.

Vanzelfsprekend kan de selectie van een geschikt tijdschrift niet alleen de verantwoordelijkheid zijn van de individuele onderzoeker. Opleiding en training rond open access en, breder, open scholarship (wetenschap) op institutioneel niveau (bijvoorbeeld in het kader van doctoral schools) zijn essentieel. Er is uiteraard ook een link met onderzoeksevaluatie: niet alleen moet de publicatiedruk worden aangepakt, ook de vrijwillige arbeid van tal van onderzoekers die zelf open access tijdschriften beheren moet worden gevalideerd. De overheid kan een rol spelen door op centraal niveau te investeren in infrastructuur en technische ondersteuning, zodat ook tijdschriften die niet werken met author fees wat ademruimte krijgen. 

Leave a Reply